Amsterdam kan met recht trots zijn op haar succesvolle volkshuisvestingsbeleid van de afgelopen honderd jaar. Het heeft schitterende architectuur opgeleverd met woningen van hoge kwaliteit. Maar ook een unieke wereldstad waarin iedereen kan wonen in gemengde wijken met dure en goedkope huur- en koopwoningen en met mensen uit alle lagen van de bevolking, met hoge en lage inkomens en alles er tussen in. Kortom de ideale mix voor een leefbare en veilige stad.
Het Parool van donderdag laat ons zien hoe het landelijk volkshuisvestingsbeleid voor Amsterdam dreigt uit te pakken. De cijfers zijn alarmerend: Nu heeft Amsterdam nog 58% sociale huurwoningen; dat aandeel zou vanaf 2018 kunnen dalen naar uiteindelijk 26%, terwijl zeker 50% van de Amsterdammers gezien hun inkomen aangewezen is op een sociale huurwoning. De tweede alarmerende boodschap was dat ook in Amsterdam steeds scherpere scheidslijnen tussen wijken ontstaan.
Wat te doen? Voor ons staat voorop dat Amsterdam alle wijken toegankelijk moet houden voor de laagste inkomens. Dat is een unieke kwaliteit van onze stad. Dat betekent dat we afspraken moeten maken over verkoop en verhuur binnen de Ring en beneden het IJ. Met particuliere verhuurders afspraken maken is moeilijk. Die zullen hun bezit waar mogelijk boven de sociale huurgrens brengen, daartoe mede aangespoord door de verhuurdersheffing (die vreemd genoeg alleen geldt voor goedkope woningen). We zullen ons dus moeten concentreren op afspraken met de corporaties. De corporaties hebben de laatste jaren vooral binnen de Ring en beneden het IJ, woningen verkocht. Wij pleiten ervoor om met corporaties af te spreken dat ze de komende jaren alleen woningen verkopen in Noord, Nieuw-West en Zuidoost. We zouden ook stringente toewijzingsafspraken moeten maken: voor de allergoedkoopste woningen komen alleen de allerlaagste inkomens in aanmerking.
Maar de beste oplossing is het per direct stoppen met de verhuurdersheffing. Dan verdwijnt voor de corporaties de noodzaak om louter omwille van een positieve exploitatie woningen te verkopen en maximale huurverhogingen te vragen. Zelfs particuliere beleggers dragen dan wellicht weer bij aan betaalbaar wonen. Volgens belegger Syntrus Achmea staan zij klaar om duizenden betaalbare (kleine) woningen voor startende Amsterdammers te realiseren zodra die heffing verdwijnt.
Het Amsterdamse college van B&W, de gemeenteraad, de huurdersvereniging, de corporaties, de beleggers en alle Amsterdammers moeten nu de handen in een slaan en gezamenlijk optrekken naar Den Haag en duidelijk maken dat die heffing en het huurbeleid desastreuse gevolgen heeft; niet alleen voor de Amsterdammers met een laag inkomen maar ook voor middeninkomens en starters. En als we toch naar Den Haag gaan, laten we dan ook meteen pleiten voor een periodieke inkomenstoets voor iedereen die een sociale woning huurt. Is je inkomen gegroeid, dan stroom je door of betaal je een huurbelasting. Die kan dan weer worden gebruikt om huren voor de laagste inkomens betaalbaar te houden.
Kortom: Stop de verhuurdersheffing en houd de huren betaalbaar.
Bouwe Olij (oud-gemeenteraadslid voor de PvdA en oud stadsdeelvoorzitter van De Pijp en van Oud-West)
Evert Bartlema (oud lid van het dagelijks bestuur van stadsdeel Westerpark voor de PvdA)