De politiek heeft gefaald. Dat vindt menig Amsterdammer als we het over het Gemeentevervoerbedrijf hebben. Een toerist die niet beter weet is enthousiast over het openbaar vervoer in onze stad. Om de paar minuten rijden trams af en aan. Naar de buitenrand gaan metro’s en op Schiphol ben je binnen een kwartiertje. Kom daar eens om in het buitenland. Maar wij weten wel beter. We kankeren graag: Tram en bus rijden niet op tijd, zijn vies en onveilig, je wordt onbeschoft behandeld en dat voor je dure geld. Is die kritiek terecht? Ja en nee. Het klopt dat trams niet altijd op tijd rijden en weleens uitvallen door gebrek aan personeel. Het is soms vies en er gebeuren af en toe heel vervelende dingen in het openbaar vervoer. Maar het klopt ook weer niet. Want al enige jaren wordt er door iedereen bij het GVB keihard gewerkt om het bedrijf weer in het goede spoor te krijgen. Er zit op veel trams weer een conducteur, er zijn hele mooie nieuwe trams besteld, de metrostations worden grondig opgeknapt, een aantal tramlijnen is uitgebreid, er is veel aandacht voor veiligheid, er is een reizigersadviesraad gekomen en ga zo maar door. En dan te bedenken dat het nog maar vijf jaar geleden is dat gesproken werd van een bedrijf dat ‘out of control’ was. Sinds die uitspraak is er onder een nieuwe directie geprobeerd van het GVB weer een gezond bedrijf te maken. Dat is maar gedeeltelijk gelukt. En het zal volgens mij pas echt lukken als de politiek op afstand komt te staan en zich niet langer met de dagelijkse gang van zaken bemoeit.
De politiek heeft in mijn ogen gefaald als het gaat om het besturen van een bedrijf met meer dan 5000 werknemers en dagelijks honderdduizenden klanten. Dat is natuurlijk niet zo vreemd, want politici zijn er niet voor om directeur te spelen. De politiek moet de belangen van de reiziger behartigen en keuzes maken als dat nodig is. Dat kan volgens mij het beste door het GVB te verzelfstandigen en om te zetten in een gemeentelijke NV. De gemeente blijft daarmee volledig eigenaar van het bedrijf maar laat de dagelijkse gang van zaken over aan de directie. Het GVB wordt dus niet geprivatiseerd en verkocht. Daar ben ik tegen. Het grote voordeel van verzelfstandiging vind ik dat we niet langer doormodderen. De rollen worden duidelijk. De politiek (opdrachtgever) sluit namens de reiziger jaarlijks een contract met het GVB waarin wordt vastgelegd wat er geleverd moet worden aan diensten en tegen welke prijs. Dus waar en hoe vaak rijden de trams, hoe groot is de loopafstand naar de haltes, blijft de ‘Opstapper’ rijden of niet enz.. Het GVB moet in zijn rol als opdrachtnemer zorgen dat het contract vlekkeloos wordt uitgevoerd en wordt daarvoor betaald. Als de politiek naar aanleiding van vragen van Amsterdammers nieuwe wensen heeft dan kan het GVB opdracht krijgen die uit te voeren, waarvoor dan extra wordt betaald. Dat laatste zal overigens niet nodig zijn want het uitgangspunt bij de verzelfstandiging is dat het GVB doelmatiger gaat werken en het vrijkomende geld (naar verwachting op den duur 25 miljoen euro per jaar) wordt weer besteed aan een beter en veiliger openbaar vervoer.
Op 15 mei, gelijk met de Tweede Kamerverkiezingen, wordt het referendum gehouden over wel of niet verzelfstandigen van het GVB. Ik roep iedereen op:
DOE MEE. STEM GERUST VOOR EEN ZELFSTANDIG GVB.