Sinds de Alteratie in 1578 heeft Amsterdam een haat liefde verhouding met de katholieken. Dat blijkt wel weer uit het artikel in het Half Paapse blaadje HP/De Tijd van 8 februari. Op de bekende makkelijke manier hebben hier wat mensen knip en plakwerk gedaan en wat tooggesprekken opgetypt. Zo vul je toch snel tien pagina’s met waarheden, suggesties, beschuldigingen, fouten en onzin.
De sociaal-democraten maken sinds 1914 deel uit van het Amsterdamse stadsbestuur met een onderbreking in 1927-1929 en 1933-1935. Sinds de bevrijding zit de PvdA onafgebroken in het dagelijks bestuur. Met een stevige delegatie maar meestal niet met een meerderheid.
De afgelopen zestien jaar maakte o.a. de VVD deel uit van het college van B&W en in de 14 jaar daarvoor het CDA. Pas sinds 2006 is er een college waarin de PvdA vier van de zes wethouders levert. In de raad is de PvdA gemiddeld goed voor een derde van de zetels.
Het is goed gebruik in onze stad te stellen dat alles wat er gebeurt de schuld is van de PvdA. Dat is niet erg want dan betekent het ook dat alles wat goed gaat onze schuld is.
HP/De Tijd denkt dat de stad er beter aan toe zou zijn als de topambtenaren allemaal in de stad zouden wonen. Ze moeten helaas constateren dat slechts de helft in de stad woont. Om op dit getal te komen rekenen ze zelfs de hoofdofficier van Justitie en de President van de rechtbank tot gemeentelijke ambtenaar. De vier directeuren die in een randgemeente van Amsterdam wonen tellen ze niet mee. De nieuwe gemeentesecretaris die druk doende is te verhuizen wordt nog met graagte bij het rijtje niet Amsterdammers geteld. Je kunt ook zeggen dat van de 28 directeuren er maar 8 buiten de stadsregio wonen. Is toch een ander beeld.
Natuurlijk wordt er ook weer geklaagd over de verschillende tarieven in de stadsdelen. Maar in elke gemeente in Nederland verschillen de tarieven. Door de keuze de stadsdelen zo zelfstandig mogelijk te maken zijn er verschillen mogelijk. Te eisen dat alle tarieven bijvoorbeeld gelijk getrokken worden met de tarieven van de Centrale Stad zou betekenen dat in 11 van de 14 stadsdelen veel tarieven omhoog moeten. En een kapvergunning in De Baarsjes kost uiteraard geen € 966 maar € 50,50.
Makkelijke kritiek op de stadsdelen hoort ook altijd thuis in dit type verhalen. ‘Honderden cv-radiatoren staan te gloeien in de diverse stadsdeelkantoren’. Opheffen ervan zou een forse bijdrage leveren aan het terugdringen van de CO2 uitstoot is de suggestie. De stad zou ook beter worden van afschaffing van de stadsdelen. Het wordt dan allemaal efficiënter en dus goedkoper. Niets is minder waar. De invoering van de stadsdelen heeft de stad tientallen miljoenen opgeleverd. De dienstverlening en het onderhoud aan de openbare ruimte is sindsdien sterk verbeterd. Politici zijn benaderbaar en houden spreekuren met uitzondering van de wethouders en de burgemeester in de centrale stad. We moeten blij zijn dat de ambtenaren verspreid zitten over de stad en niet allemaal in het peperdure kantoor dat Stopera heet. De stadsdeelkantoren zijn per werkplek veel goedkoper.
Voor HP/De Tijd tellen alleen de in Amsterdam geboren autochtonen als echte Mokumers. Dat zijn er 204.000. De in Amsterdam geboren allochtonen tellen in hun ogen niet mee. Toch zijn er heel veel Amsterdammers die door de statistiek worden aangeduid als allochtoon (= ten minste een van de ouders niet in Nederland geboren) die in Amsterdam zijn geboren en dus ook geboren en getogen Mokumer zijn. Misschien wel meer dat de twee wethouders in het college die volgens het artikel in Amsterdam zijn geboren. Want juist die twee hebben op jeugdige leeftijd de stad verlaten en zijn pas in hun studietijd weer teruggekeerd. Zo bezien zit er dus geen enkele geboren en getogen Amsterdammer in het college. Is dat erg? Nee. Lijdt de kwaliteit van het bestuur eronder? Nee. Wibaut kwam pas op zijn 45e in Amsterdam wonen. Heeft toch geen slechte naam als bestuurder?
Maar niet getreurd. Alles wat er fout gaat in de stad is de schuld van de PvdA. Alles wat er goed gaat, mag je ze dan toch ook aanrekenen? Daarom sluit ik af met de conclusie van het HP/De Tijd artikel. Want er is nog hoop. ‘Moeten we uit het voorgaande concluderen dat Amsterdam de ondergang nabij is? Nee, die slotsom zou veel te somber zijn. De stad, inmiddels 732 jaar oud, is nog altijd het culturele, toeristische en financiële hart van Nederland en kent godzijdank meer dan voldoende attracties die tegen regenten, van hoe ver ze ook komen, bestand zijn. De grachtengordel oogt nog altijd betoverend mooi, de Amsterdamse musea herbergen nog altijd wereldberoemde kunstschatten, in het Concertgebouw spelen nog altijd toporkesten, de twee Amsterdamse universiteiten trekken nog altijd duizenden studenten en nergens in Nederland is het uitgaansleven zo bruisend als in onze hoofdstad. Langs de A10 bij Buitenveldert – in de jaren tachtig nog een nietszeggend stukje grond met Saab-garage ‘de Snelheid’, tennis- en voetbalclubs en sportpaleis Dicky’s Squash – zindert tegenwoordig de Zuidas, een toplocatie voor banken en advocatenkantoren waar men zich graag spiegelt aan de financiële centra van Londen, Parijs en New York. Een paar minuten met de trein en je bent op Amsterdam Airport Schiphol, qua passagiersaantallen de vierde luchthaven van Europa en de twaalfde van de wereld. En hoe moeilijk het ook is in Amsterdam een betaalbare koopwoning te vinden, wie er eenmaal in is geslaagd, bezit een topbelegging: de huizenprijzen in de stad stegen vorig jaar met maar liefst 14,6 %, het hoogste percentage in Nederland. Want zeker: Amsterdam draait door, maar ook vérder. Een hele troost’.