Met stijgende verbazing las ik in de krant hoeveel voorzitterschappen en commissariaten de heer Brinkman heeft. Dat zou nog tot daar aan toe zijn ware het niet dat het hier nogal onverenigbare functies betreft. De schijn van belangenverstrengeling ligt op de loer. Zo moet Brinkman straks als president-commissaris van Zuidas NV beslissen over of de Rabo bank en het ABP of de ING en Fortis tot de NV mogen toetreden. Maar Brinkman is commissaris bij Rabo dochter Rabo Bouwfonds en bestuursvoorzitter bij het ABP. De VU is een belangrijke speler (door zijn grondbezit) aan de Zuidas. Hoe voorkom je dat het beeld ontstaat dat ze een voorkeursbehandeling krijgen nu de president-commissaris van Zuidas NV ook vice-voorzitter blijkt te zijn van Raad van Toezicht van de VU? De gemeente Amsterdam heeft een sterk ontwikkeld integriteitsbeleid. Daarin is vastgelegd dat collegeleden verhoudingen vermijden waarin persoonlijke belangen en belangen van de gemeente door elkaar lopen. Zelfs de schijn van belangenverstrengeling moet voorkomen worden. De vraag rijst of het door de vele petten van de heer Brinkman voor collegeleden die met hem moeten samenwerken nog wel mogelijk is voor de gemeente om de schijn van partijdigheid te voorkomen. Ik heb daarom de volgende schriftelijke vragen gesteld aan het college van Burgemeester en Wethouders.